}
arrow_back

Wordt ondergronds transport onderdeel van de energietransitie?

Wist u dat er tussen de industriegebieden van Rotterdam en Antwerpen een leidingenstraat is aangelegd die een grote rol speelt in het ondergronds transport in Nederland? Ongeveer 230 miljoen ton aan producten wordt jaarlijks getransporteerd. Ter indicatie: ruim één derde van de jaarlijkse import vanuit Rotterdam loopt via het tracé. SKAO sprak met Annemieke Doomen (omgevingsmanager) en Jolanda Lechner (KAM coördinator) van LSNED over de ondergrondse snelweg en de kansen voor de energietransitie.

Wat is de ontstaansgeschiedenis en de rol van LSNED?

Annemieke: ‘LSNED is eind jaren 60 ontstaan nadat de Rijksoverheid had besloten om de Nederlandse economie te stimuleren. De haven van Rotterdam was destijds in ontwikkeling en de industrie op Moerdijk begon net te ontstaan. De Rijksoverheid heeft destijds bedacht om deze industrieën met buisleidingen aan elkaar te verbinden met ondergrondse leidingen. Begin jaren 70 zijn alle kunstwerken aangelegd en is de leidingenstraat operationeel.’ Jolanda: ‘LSNED is een beheerslichaam en daardoor verantwoordelijkheid voor het in functionele staat houden van onderdelen in de buisleidingenstraat. Deze onderdelen bestaan o.a. uit leidingentunnels, viaducten, fly-over, gronden, gemalen, duikers, wegen, etc.’

Hoe ziet een leidingenstraat eruit?

Annemieke: ‘Een leidingenstraat is een strook van meestal 100 meter breed van akkerbouw of een weiland. De strook loopt van Rotterdam naar Antwerpen met een aftakking naar Vlissingen. In de grond zijn tussen de 20 en 40 buizen geplaatst die eigendom zijn van organisaties zoals Shell, waterschappen en veel telecombedrijven. Deze bedrijven betalen aan ons huur voor een plekje in ons leidingentracé. Het tracé is circa 80 kilometer lang en heeft een oppervlakte van ongeveer 800 hectare. In onze leidingenstraat kan alles liggen zolang er maar ruimte voor is. We hebben nu nog ruimte zat. Binnen 20 jaar zou het vol liggen, maar nu is de leidingenstraat voor ongeveer de helft gevuld.’ Jolanda: Het grootste gedeelte van de leidingenstraat wordt gebruikt voor akkerbouw en grasland. Om ervoor te zorgen dat het leidingentracé rivieren, wegen, spoorwegen en dijken probleemloos kan kruisen, hebben we ‘kunstwerken’ aangelegd. Dit zijn voorzieningen zoals tunnels, viaducten, leidingbruggen, sifons en duikers. Leidingeigenaren kunnen hun leiding zo relatief gemakkelijk onder, over of door het landschap aanleggen.’

foto: aanleg leidingen in het landschap

Welke producten worden er getransporteerd?

Annemieke: ‘Onze klanten zijn vooral werkzaam in de petrochemische industrie en telecom- en internetsector. Shell is onze grootste klant en zij hebben diversiteit aan producten die vaak gerelateerd zijn aan olie en gas. Als je kijkt naar het volume dan wordt de productgroep water het meest getransporteerd. Naar de provincie Zeeland wordt er bijvoorbeeld zoetwater getransporteerd en grote hoeveelheden afvalwater worden verplaatst naar grote waterzuiveringen. Andere producten die ondergronds worden getransporteerd zijn: koolwaterstoffen, stikstof, waterstof en oxiden. Tevens liggen er veel telecom- en datakabels.’

Wat zijn voor jullie de belangrijkste uitdagingen voor het groter maken van buistransport als volwaardig modaliteit en voor een grotere rol in de energietransitie?

Annemieke: ‘De industrie en de afnemers moeten de kosten zelf opbrengen, daar is wel subsidie voor maar soms is dat niet altijd genoeg om de business case rond te krijgen.’ Jolanda: ‘Buisleidingen hebben in het kader van de energietransitie en het klimaatakkoord echter ook een maatschappelijk belang en zullen in de toekomst de modaliteiten weg, water en rails kunnen ontlasten. LSNED kan daarbij een belangrijke rol spelen voor de energietransitie.’

Wat voor rol zien jullie voor de leidingenstraat binnen de energietransitie?

Annemieke: ‘Juist de producten die een belangrijke rol spelen tijdens de energietransitie: waterstof, warmte, CO2 en stroom kunnen onder de grond worden getransporteerd. Transport van bulkgoederen gebeurt in Nederland hoofdzakelijk via wegen, spoor en waterwegen. Transport via buisleidingen is minder bekend, maar wordt in toenemende mate relevanter. Tot voor kort werd er in beleidsstudies op alle niveaus niet gesproken over buisleidingen. Alleen het transport over weg, water en rail kwam aan bod.’

Jolanda: ‘In een rapport dat in 2018 is gepubliceerd staat dat de ontwikkelingen in de traditionele vervoersstromen in combinatie met ontwikkelingen die voortkomen uit de klimaatdoelstellingen een grootschalige verandering in het buisleidingennetwerk teweeg kunnen gaan brengen. Met het oog op het klimaatakkoord is de aanleg van nieuwe olie en petrochemische leidingen daarom niet te verwachten. Voor het transport van CO2 kunnen mogelijk onderdelen van bestaande leidingen hergebruikt worden, maar veelal zullen nieuwe leidingen nodig zijn.

Annemieke: ‘LSNED heeft een goede relatie met Rijkswaterstaat. Met hen brainstormen we vaak over de integratiemogelijkheden van buisleidingen met ruimtelijke, logistieke en infrastructurele opgaven. Zo is er bijvoorbeeld een grote uitbreidingsopgave van zeesluizen. Als in plaats van die zeesluizen een leidingstrook kan worden aangelegd waarmee de uitbreiding van de sluis niet nodig is, dan is dat misschien wel een interessante afweging. Dan hoeven er minder schepen met een bepaald product door die sluis.

                

230 miljoen ton per jaar

               

De buisleidingenstraat heeft een lengte van circa 73 kilometer van Rotterdam tot de Belgische grens. Met een breedte van 100 meter gaat het om een gebied van 800 hectare. Met ongeveer 1.400 kilometer aan leidingen (doorsnee 10-120 cm) en zo’n 5.000 kilometer aan kabels, is de leidingenstraat verantwoordelijk voor een groot deel van het ondergronds transport in Nederland. Ruim één derde van de jaarlijkse import vanuit Rotterdam vindt haar weg door de straat. Goed voor 230 miljoen ton per jaar. In het tracé liggen tien tunnels en achttien viaducten. Langs de buisleidingenstraat loopt 33 kilometer inspectiewegen. Eén keer per week vliegt een helikopter over het tracé voor inspectie. Alle veranderingen worden dan gemeld. Ook als er bijvoorbeeld gepland onderhoud wordt uitgevoerd.